direct naar inhoud van 4.3 Flora en fauna
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG02

4.3 Flora en fauna

4.3.1 Wet- en regelgeving

De Europese richtlijnen de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd door middel van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. De Flora- en faunawet is met name van belang bij de soortenbescherming van planten en dieren, terwijl de Natuurbeschermingswet zich met name richt op gebiedsbescherming en dan ook gebieden aanwijst ten behoeve van de bescherming van planten en dieren.

4.3.2 Gebiedsbescherming

Het onderhavige plangebied W4 is niet aangewezen als beschermingszone zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Natuurbeschermingswet en de (provinciale) Ecologische Hoofdstructuur. Het plangebied grenst ook niet aan een dergelijk gebied.

Het plangebied omvat belangrijke delen van de gemeentelijke ecologische hoofdstructuur (GEHS). De Dwarswatering, Simon Smitweg en de groenstrook langs de A4 vormen verbindingszones die in of langs het plangebied lopen. Tevens loopt een deel van de GEHS langs de Persant Snoepweg.

De Plantage, de begraafplaats, de Munnikenpolder en het groengebied in de nieuwbouwwijk het Doeskwartier zijn aangewezen ontwikkelingsgebieden. Verschillende ontwikkelingen in de openbare ruimte bieden kansen om de GEHS te realiseren. Dit kunnen bouwprojecten zijn of grootschalig onderhoud. Maar ook de verdiepte aanleg van de verbrede A4 biedt kansen. Het bestemmingsplan staat deze kansen niet in de weg.

4.3.3 Soortenbescherming

In het plangebied kunnen beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet voorkomen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden onderzocht welke beschermde soorten aanwezig zijn en welke effecten de gewenste ontwikkeling hierop heeft.

4.3.4 Conclusie

Bestaande situatie

Dit bestemmingsplan houdt rekening met de aangewezen gemeentelijke ecologische hoofdstructuur (ontwikkelingsgebieden en verbindingszones). Voor het deel van het bestemmingsplan dat voorziet in het vastleggen / actualiseren van de bestaande situatie treedt geen strijdigheid op met de Flora- en faunawet.

Nieuwe ontwikkelingen

Voor de in paragraaf 2.14 Ontwikkelingen beschreven ontwikkelingen geldt voor de Plantage, kavel M en Vierzicht kavels I en V dat Flora en Fauna onderzocht is middels de Natuurtoets W4 (2004) en een ontheffing is verleend door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De overige beschreven nieuwe ontwikkelingen die in het plangebied spelen, zijn niet concreet genoeg om mee te nemen in dit bestemmingsplan. Voor deze locaties is de bestaande planologische situatie bestemd. Wanneer een van deze ontwikkelingen concreter wordt en mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan, dient het aspect ecologie nader te zijn onderzocht.

Onderzoeken

De in het kader van dit bestemmingsplan van belang zijnde natuuronderzoeken betreffen achtereenvolgens:

  • Natuurtoets W4, Leiderdorp (Grontmij, 9 juli 2004, kenmerk 99054048-GroteB/LV), opgenomen in bijlage 13 van deze toelichting;
  • Ontheffing Flora en faunawet (Min. LNV, 2 november 2004), opgenomen in bijlage 14 van deze toelichting;
  • Verlenging ontheffing Flora en faunawet (Min. LNV, 13 oktober 2009), opgenomen in bijlage 15 van deze toelichting.