direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG02

3.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR - 2012)

De SVIR geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid.

Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Dit zal inhouden dat de betekenis van de nationale structuurvisie voor het bestemmingsplangebied zodoende zeer beperkt zal blijven. Het relevante beleidskader wordt gevormd door provincie en vooral de gemeente, zie hiervoor paragrafen 3.3 en 3.4. De SVIR is 13 maart 2012 vastgesteld en vervangt de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit.

Nota Ruimte (2008)

In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020. Bovendien bevat het een doorkijk op de langere termijn, namelijk de periode 2020-2030. Een belangrijk uitgangspunt van de Nota Ruimte is bundeling van verstedelijking, economische activiteiten en infrastructuur in de stedelijke regio's. Dit betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt. Dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. Tevens schept de nota ruimte voor ontwikkeling, uitgaande van het motto “decentraal wat kan, centraal wat moet” en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De nota ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling. De ontwikkeling van het plangebied sluit aan op dit rijksbeleid.

Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid (2008)

Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de Amvb Ruimte. Het betreft onder andere een bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, alsmede de bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur en de Nationale landschappen.

Amvb Ruimte (2012)

De nationale belangen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte die juridische borging vragen, worden geborgd in de Amvb Ruimte. Deze Amvb wordt in juridische termen aangeduid als het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De Amvb is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen en zorgt voor sturing en helderheid van deze belangen vooraf. Met de Amvb Ruimte geeft het Rijk aan dat ingezet wordt op zuinig ruimtegebruik, bescherming van kwetsbare gebieden en bescherming van het land tegen overstroming en wateroverlast.

Gezien de ligging van het plangebied en de aard van het plan (conserverend) vormt het rijksbeleid geen belemmering voor dit bestemmingsplan. De Amvb Ruimte is vanwege de nieuwe nationale structuurvisie op onderdelen aangepast en tegelijk met de vaststelling van de SVIR in werking getreden.

Verdrag van Malta (1992)

Het Europese Verdrag van Malta beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. In april 1992 werd de verdragstekst door de leden van de Europese ministerraad ondertekend. Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologisch erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. Daarom moet vaak vooraf onderzoek gedaan worden naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. De gemeente Leiderdorp heeft in dit verband beleid geformuleerd (zie paragraaf 2.3 van deze toelichting).

Nota Belvedère (1999)

Deze nota uit 1999 is erop gericht om cultuurhistorie meer bij ruimtelijke ontwikkelingen te betrekken. De strategie hierbij is “behoud door ontwikkeling” waarbij cultuurhistorie het uitgangspunt vormt voor ruimtelijke planvormingsprocessen. Op deze wijze wordt de kwaliteit van de leefomgeving verbeterd en het cultuurhistorisch erfgoed behouden. Gelijktijdig met de Nota Belvedère is de Cultuurhistorische Waardenkaart van Nederland ontwikkeld met daarin opgenomen de zogenoemde Belvedèregebieden. Deze gebieden verdienen vanuit de cultuurhistorie extra aandacht.

Tracébesluit A4 (2009)

Op 17 mei 2009 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat het Tracébesluit Burgerveen-Leiden 2009, gedeelte Leiderdorp-Leiden vastgesteld, waarna de Raad van State op 15 september 2010 het in stand gehouden heeft. Dit betekent dat de reconstructie en capaciteitsvergroting van de A4 kan plaatsvinden. Hiermee wordt ook inhoud gegeven aan de beleidsintentie uit de Nota Mobiliteit, waarin de A4 als één van de hoofdverbindingsassen van Nederland is aangeduid. Zoals eerder aangegeven, zijn de ruimtelijke consequenties van het Tracébesluit één op één overgenomen in dit bestemmingsplan. Met betrekking tot het ruimtebeslag is rekening gehouden met een toekomstige uitbreidingsmogelijkheid naar 2x4 rijstroken. Het gedeelte van de Dwarswatering in de gemeente Leiderdorp tot en met de aansluiting Leiden in de gemeenten Leiden en Zoeterwoude wordt momenteel aangepast. De weg is al verbreed van 2x2 naar 2x3 rijstroken in een tijdelijke situatie en dit wordt momenteel aangepast naar een definitieve situatie.

De capaciteit van het traject was te klein. Dit gaf negatieve gevolgen voor de doorstroming en de verkeersveiligheid. Bijna dagelijks waren er tijdens de ochtend- en avondspits files. De problemen zouden door de groei van het wegverkeer en de openstelling van de verbreding van de A4 tussen Roelofarendsveen en de aansluiting Nieuw Vennep (N207) in 2011 nog verder toenemen. Zonder maatregelen zou rond 2020 sprake zijn van een volledig overbelast wegdeel met een zeer slechte verkeersafwikkeling. Om deze reden heeft de Minister het Tracébesluit vastgesteld om dit deel te wijzigen. Tussen A4 km 29,8 en de Stationsingel (gemeente Leiden, nabij A4-km 32,6 op tracékaart 4) bestaat de wijziging uit de verbreding van de weg van 2x2 naar 2x3 rijstroken. Tussen de Stationsingel en km 36,2 bestaat de wijziging uit de aanleg van een stelsel van 1 hoofdrijbaan en 1 parallelrijbaan per rijrichting. Tussen de Kalkpolder in Leiderdorp en de nieuwe woonwijk Roomburg in Leiden is de A4 verdiept aangelegd. De A4 kruist de Oude Rijn met een aquaduct. Met deze verbreding zijn de twee “flessenhalzen” in de A4 bij Hoogmade en Zoeterwoude verdwenen waardoor de doorstroming sterk verbeterd is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0547.BPw4-VG02_0031.jpg"

Afbeelding 29: Geluidwerende maatregelen Tracébesluit A4

Water

Voor wat betreft het Rijksbeleid ten aanzien van water, wordt verwezen naar de waterparagraaf 2.9 van deze toelichting.