direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG02

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

9.1.1 Algemeen
  • a. extensieve dagrecreatie;
  • b. recreatieverenigingen;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voet- en fietspaden;
  • f. straatmeubilair;
  • g. nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug is toegestaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' een jachthaven is toegestaan met aanlegsteigers, loods, winterstalling, ondersteunende horeca (categorie I, opgenomen in bijlage 2 van de regels), gebruik als trouwlocatie, ondersteunende aan de bestemming gerelateerde detailhandel onder andere brandstoffenverkooppunt, water, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, afvalverzamelsystemen, bedrijfswoning en een clubgebouw;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'natuur' de gronden tevens bestemd zijn voor natuurontwikkeling;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kraan' een kraan is toegestaan;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - rijksmonumentale molen' een molen is toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'sport' sportverenigingen zijn toegestaan;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'terras' is een gebouwd terras toegestaan;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' een ijsbaan (is ook skeelerbaan) is toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, tuinen en erven en ondersteunende horeca.

9.1.2 Bedrijfsvloeroppervlak ondersteunende horeca

Voor de in artikel 9.1.1 genoemde horeca geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak maximaal 15% bedraagt van het bestaande totale vloeroppervlak.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. bebouwingspercentage van het bouwvlak maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak geheel worden bebouwd.
9.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt maximaal 10 m;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 5 m;
  • c. de bouwhoogte van bruggen, dammen en duikers bedraagt maximaal 3 m;
  • d. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;
  • e. de bouwhoogte van de kraan bedraagt maximaal 10 m;
  • f. de bouwhoogte bij 'aanduiding terras' bedraagt inclusief ballustrade maximaal 4 meter.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor een uitbreiding bij of aan een hoofdgebouw voor zover:

  • a. de uitbreiding niet meer dan 10% bedraagt van het bestaande brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw;
  • b. de voorgevelrooilijn of andere aan het openbaar gebied gelegen rooilijn niet wordt overschreden;
  • c. de op de verbeelding opgenomen goot- en bouwhoogtes voor het aangrenzende of bijbehorende hoofdgebouw in acht worden genomen.
9.3.2 Lichtmasten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2 onder c voor een grotere hoogte van lichtmasten met inachtname van de volgende voorwaarden:

  • a. de hoogte bedraagt maximaal 20 m;
  • b. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. ter plaatse geen onaanvaardbare lichthinder voor omwonenden ontstaat.
9.3.3 Bruggen

Bij omgevingsvergunning kan ten behoeve van een fietsverbinding worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2 onder c voor een grotere hoogte van bruggen met inachtname van de volgende voorwaarden:.

  • a. de hoogte bedraagt maximaal 15 m;
  • b. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast.
9.3.4 Bijgebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 voor een bijgebouw voor zover:

  • a. het bijgebouw maximaal 30 m2 betreft;
  • b. het bijgebouw maximaal 3 meter hoog is;
  • c. het bijgebouw minimaal 2 meter uit de erfgrens staat;
  • d. het totaal aan bijgebouwen niet meer dan 150 m2 betreft en maximaal 2 per vereniging;
  • e. het kleinschalige opslag betreft ten behoeve van de aanwezige sport- en/of recreatievereniging die niet past bij of in het hoofdgebouw;
  • f. het past in het landschappelijk karakter van de Munnikkenpolder.
9.3.5 Bedrijfswoning jachthaven

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1.1 lid j voor het toestaan van een tweede bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' voor zover:

  • a. de bedrijfswoning maximaal 400 m3 betreft;
  • b. de bedrijfswoning maximaal 8 meter hoog is;
  • c. de noodzaak van twee fulltime beheerders aangetoond kan worden vanuit de bedrijfsvoering van de jachthaven;
  • d. de bedrijfswoning in de directe nabijheid van de bestaande bebouwing (clubhuis, huidige bedrijfswoning) gerealiseerd wordt;
  • e. de tweede bedrijfswoning niet al als woonboot binnen de aanduiding ´jachthaven´ in de bestemming Water vergund is.