direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG02

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsactiviteiten in de milieucategorie 1 en 2 als bedoeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten (opgenomen in bijlage 1 van deze regels), met uitzondering van:
    • 1. zelfstandige detailhandel, niet zijnde productiegebonden detailhandel;
    • 2. horeca;
    • 3. zelfstandige kantoren;
  • b. bedrijfsgebonden kantoren;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. straatmeubilair;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. bedrijfswoning;

met dien verstande dat:

  • h. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' een geluidscherm is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' de functie kantoren is toegestaan tot maximaal 15.000 m2 bvo, verdeeld over de twee aanduidingsvlakken op de verbeelding;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' maatschappelijke functies zijn toegestaan, zoals omschreven in artikel 8;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een parkeergarage is toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zorgboulevard' een zorgboulevard is toegestaan met zorg gerelateerde bedrijvigheid en voorzieningen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - steenhandel' uitsluitend een steenhandel is toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens dienstverlening is toegestaan;

met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, tuinen en erven en wegen en paden.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. bebouwingspercentage van het bouwvlak maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak geheel worden bebouwd;
  • d. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – 1 geldt een maximale bouwhoogte van 15 m over 40% van het totale oppervlak van de specifieke bouwaanduiding en een maximale bouwhoogte van 25 m over 60% van het totale oppervlak van de specifieke bouwaanduiding'.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. bedrijfsinstallaties en lichtmasten 6 m;
  • d. geluidschermen 6 m.
3.2.3 Eisen geluidwerendheid kantoren

Met betrekking tot het gestelde in artikel 3.1 lid k geldt dat bij het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor panden op de kavels I en V van Vierzicht te worden aangetoond dat minimaal dezelfde geluidsituatie ontstaat (in overeenstemming met artikel 4 sub 4 van het Tracébesluit) als met de geluidschermen uit de in artikel 4 opgenomen tabel 3 van het Tracébesluit het geval is.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 voor een uitbreiding bij of aan een hoofdgebouw voor zover:

  • a. de uitbreiding niet meer dan 10% bedraagt van het bestaande brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw;
  • b. de voorgevelrooilijn of andere aan het openbaar gebied gelegen rooilijn niet wordt overschreden;
  • c. de op de verbeelding opgenomen goot- en bouwhoogtes voor het aangrenzende of bijbehorende hoofdgebouw in acht worden genomen.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 onder 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • c. vuurwerkbedrijven;
  • d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de verkeersveiligheid;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.