direct naar inhoud van 4.4 Geluid
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG01

4.4 Geluid

4.4.1 Beleid en normstelling

Bij vaststelling of herziening van een bestemmingsplan is het conform de Wet geluidhinder (Wgh) noodzakelijk dat er aandacht wordt besteed aan de akoestische situatie.

Als een plangebied geheel of gedeeltelijk binnen de onderzoekszone van een verkeersweg, spoorweg of de zone van een gezoneerd industrieterrein valt, moet bij de voorbereiding van een bestemmingsplan akoestisch onderzoek worden verricht naar de geluidsbelasting op nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen) binnen die geluidszone. Een bestemmingsplan kan pas worden vastgesteld indien de geluidbelasting op nieuwe geluidgevoelige functies voldoet aan de voorkeursgrenswaarden genoemd in de Wgh, of indien een besluit is genomen om hogere waarden vast te stellen. Voor dit laatste geeft de Wgh een maximale ontheffingswaarde. Voordat een hogere waarde kan worden vastgesteld, dienen eerst maatregelen onderzocht te worden om de geluidbelasting terug te dringen.

Voor wegen die deel (gaan) uitmaken van een 30 km/u-gebied geldt dat akoestisch onderzoek in principe niet uitgevoerd hoeft te worden op grond van de Wgh. In het kader van een goede ruimtelijke ordening kan het in sommige gevallen, zoals bij drukke 30 km/u wegen, toch nodig zijn om de akoestische situatie in kaart te brengen, om te beoordelen of het een goede locatie is voor een geluidgevoelige functie.

Met betrekking tot industrielawaai geldt dat als op een bedrijventerrein grote lawaaimakers3mogen komen, moet voor dat terrein een geluidszone worden vastgesteld. Buiten die zone mag de geluidbelasting vanwege de bedrijvigheid op dat terrein niet meer bedragen dan 50 dB(A), de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai. De geluidszone wordt weergegeven op de verbeelding van bestemmingsplannen die binnen de geluidszone vallen. Dit geldt dus ook als het plangebied buiten het industrieterrein ligt.

Richtlijnen voor het vaststellen van Hogere waarden Wet geluidhinder

De Omgevingsdienst West-Holland voert namens de aangesloten gemeente de hogere waarde procedure uit. Het bestuur van de Omgevingsdienst heeft richtlijnen vastgesteld4, die de Omgevingsdienst gebruikt als kader bij het beoordelen van verzoeken van gemeenten om een hogere waarde. Deze richtlijnen worden 5 dB strengere normen aangehouden dan wat op grond van de Wet geluidhinder mogelijk is. Deze richtlijn sluit daarmee aan bij het Milieubeleidsplan van de aangesloten gemeenten.

Geluidskaart Leiderdorp (2007), actieplan Leiderdorp (2008)

In het kader van de EU-richtlijn Omgevingslawaai heeft Leiderdorp een geluidskaart en actieplan gemaakt om de situatie met betrekking tot geluidsproductie in beeld te brengen. De richtlijn richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig gewenst verlagen van geluidsniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde geluidsbronnen, te weten weg- en railverkeer en luchtvaart van een zekere omvang, alsmede specifieke vastgelegde industriële activiteiten. Uit de geluidskaarten blijkt dat er in Leiderdorp een relatief beperkt deel van de bevolking blootgesteld is aan ernstige geluidhinder. Het binnenstedelijk wegverkeer vormt verreweg de belangrijkste bron en leidt bij circa 100 woningen tot geluidsbelastingen met een gezondheidsrisico. Leiderdorp wil de geluidbelasting door wegverkeer terugbrengen door in de eerste plaats maatregelen aan de bron te nemen. Dat zijn maatregelen die leiden tot minder verkeer én tot verkeer dat minder geluid produceert. Daarnaast streeft de gemeente Leiderdorp naar het zoveel mogelijk realiseren van stille wegdekken op knelpuntsituaties. Dit zal voornamelijk plaatsvinden op het moment dat een wegdek aan vervanging toe is.

In Leiderdorp is alleen ondergronds een spoorlijn (de Groene Harttunnel van de HSL). Daarom is spoorweglawaai in Leiderdorp niet aan de orde. Ook het geluid van bedrijven heeft in Leiderdorp maar een zeer beperkte invloed.

4.4.2 Geluidsaspecten binnen het plangebied

A. Wegverkeer

Verbreding van de A4

Met het voorliggende bestemmingsplan wordt de aanpassing van de A4 mogelijk gemaakt. Hierbij is het Tracébesluit leidend, inclusief de geluidswerende maatregelen die hierin zijn opgenomen. Het Tracébesluit schrijft voor dat geluidschermen moeten worden geplaatst op de posities waar dit bestemmingsplan kantoren mogelijk maakt, te weten de kavels I en V van Vierzicht. De afscherming van de kantoren voor de achterliggende woningen dient tenminste gelijk te zijn aan de afscherming van de schermen in het Tracébesluit.

Nieuwe woningen Plantage

In het bestemmingsplan is een uitwerkingsplicht opgenomen voor het realiseren van nieuwe woningen op de Plantage. Het plan ligt binnen de zone van de A4, de Persant Snoepweg en de Willem-Alexanderlaan.

A4

Uit onderzoek van DHV5 blijkt dat de uit te werken gebieden buiten de 48 dB-contour van de A4 liggen (uitgaande van maximale hoogte van 7,5 meter). Het geluid van de A4 levert geen belemmering op voor het plan.

Persant Snoepweg

Uit een indicatieve berekening blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de grens van het uit te werken gebied marginaal wordt overschreden. De uiteindelijke geluidsbelasting is afhankelijk van het uiteindelijke plan en de hoogte van de gebouwen. In het geval de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden zal een hogere waarde moeten worden aangevraagd. Op grond van de Crisis- en Herstelwet kan een hogere waarde worden vastgesteld bij het uitwerkingsplan.

De Omgevingsdienst West-Holland (hierna: Omgevingsdienst) heeft de bevoegdheid voor het vaststellen van hogere waarden. De maximale ontheffingswaarde bedraagt in stedelijk gebied voor nieuwe woningen 63 dB. Het geluidbeleid van de Omgevingsdienst is er op gericht om niet tot dit wettelijk maximum te gaan. Dit houdt in dat de Omgevingsdienst als maximaal te ontheffen waarde voor nieuwe woningen 5 dB lagere normen aanhoudt. Voor de gemeentelijke wegen zal moeten worden gestreefd naar een maximaal te ontheffen waarde van 58 dB.

Naar verwachting zal deze maximaal te ontheffen waarde niet worden overschreden.

Willem-Alexanderlaan

Uit een indicatieve berekening blijkt dat de voorkeurgrenswaarde ter plaatse van de plangrens van de Plantage niet wordt overschreden.

Overige wegen

De overige wegen rondom het plan zijn 30 km/u wegen. Deze wegen hebben geen wettelijke zone. Vanuit een goede ruimtelijke ordening moet wel worden beoordeeld of deze wegen een belemmering opleveren voor het plan. Dit kan worden meegenomen bij de uitwerking van het plan.

Woningen Boomgaardlaan (kavel M)

In het bestemmingsplan is een uitwerkingsplicht opgenomen voor de realisatie van maximaal 3 woningen op het perceel Boomgaardlaan (kavel M). De locatie ligt binnen de geluidszone van de A4, de Mauritssingel en de Willem- Alexanderlaan. Uit een (indicatieve) berekening blijkt dat de westzijde van de kavel vanwege de Mauritssingel een gevelbelasting van ongeveer 61 dB zal hebben zonder bronmaatregelen. De noordgevel moet vanwege de A4 (onderzoek DHV) worden voorzien van een dove gevel, omdat de maximale waarde van 53 dB wordt overschreden.

De geluidsbelasting van 61 dB voldoet niet aan de maximale grenswaarde uit het hogere waarde beleid van 58 dB. Om te kunnen voldoen aan deze maximale grens zijn bronmaatregelen nodig of dient de bebouwingskavel 10 meter opgeschoven (verkleind) te worden ten opzichte van de Mauritssingel. Het opschuiven van de bebouwingsgrens verkleint de kavel en dit is dan ook niet wenselijk. Middels het toepassen van stil asfalt kan de kavelgrootte behouden blijven en kan worden voldaan aan de maximale grenswaarde uit het beleid van 58 dB. De geluidsbelasting is dan nog wel hoger dan 53 dB. Op basis van het hogere waarde beleid dienen de woningen dan een geluidluwe zijde en buitenruimte te hebben. Uit het voorgaande is gebleken dat de te realiseren woningen binnen de kavel onder bepaalde voorwaarden kunnen voldoen aan de grenswaarden. Bij het uitwerkingsplan zal in combinatie met geluidsreducerende maatregelen een hogere waarde moeten worden vastgesteld ten gevolge van de Mauritssingel en de A4.

In de uitwerkingsregels is opgenomen dat het plan moet voldoen aan de Wet geluidhinder en de richtlijnen voor het vaststellen van hogere waarden Wet geluidhinder van de Omgevingsdienst (versie 2010). Voor de woningen geldt een maximale grenswaarde van 58 dB vanwege de Mauritssingel. De noordgevel moet worden uitgevoerd als een dove gevel zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

Vierzicht (kavel I en V)

Kantoren zijn geen geluidsgevoelige bestemmingen. Er hoeft niet te worden getoetst aan de wettelijke grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Zoals opgemerkt onder 'verbreding van de A4' stelt het Tracébesluit eisen aan de geluidafscherming van de kantoren voor de achterliggende bebouwing.

B. Industrielawaai

Het plan ligt niet binnen een zone van een industrieterrein.

C. Spoorweglawaai

De HSL ligt ondergronds ter hoogte van het plangebied. Spoorweglawaai levert geen belemmering op voor het plan.

Onderzoeken

De in het kader van dit bestemmingsplan van belang zijnde akoestische onderzoeken betreffen achtereenvolgens:

  • Memo Akoestisch onderzoek geluidvisie W4 (DHV, 9 augustus 2011, kenmerk MD-AF20111585/AF), opgenomen in bijlage 16 van deze toelichting;
  • Plantage Indicatieve berekening geluid Persant Snoepweg (Milieudienst West-Holland) opgenomen in bijlage 17 van deze toelichting;
  • Geluidcontouren gebiedsvisie Willem Alexanderlaan (Milieudienst West-Holland, 13 oktober 2011), opgenomen in bijlage 18 van deze toelichting;
  • Geluid kavel M (DHV, 30 augustus 2011), opgenomen in bijlage 19 van deze toelichting.
4.4.3 Conclusie

Vanuit het aspect geluid zijn er geen knelpunten voor dit bestemmingsplan, mits aan boevengenoemde aanbevelingen wordt voldaan.