direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: W4
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPw4-VG01

4.2 Bodem

4.2.1 Algemeen

Bij het opstellen van bestemmingsplannen is de hoofdvraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik van die bodem en hoe deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit als gevolg van aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet (bijvoorbeeld graafwerkzaamheden). Dit is het zogenaamde stand still-beginsel.

Of de bodem een planontwikkeling in de weg staat, wordt door een historisch onderzoek eventueel aangevuld met een bodemonderzoek bepaald. De resultaten van het historisch onderzoek, het bodemonderzoek en de conclusie met eventuele saneringsadviezen zijn in deze paragraaf vermeld.

4.2.2 Bodemkwaliteit binnen het plangebied

Hieronder volgt een overzicht van de bodeminformatie die beschikbaar is van de ontwikkelingen in het plangebied.

Plantage

Ter plaatse van de ontwikkelingslocatie is een door Geofox-Lexmond verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk 20081059/JABO, 10 juli 2008). Ter plaatse van de tennisbanen is een indicatief onderzoek verricht en op het Samsomveld een volledig onderzoek. Uit de resultaten van de onderzoeken blijkt dat de bodem niet noemenswaardig is verontreinigd. Ter plaatse van het gedeelte dat nu als tennisbaan in gebruik is, zal bij de verdere ontwikkeling van het plan opnieuw een bodemonderzoek conform NEN 5740 moeten worden uitgevoerd. Voor het overige deel van het plan is een aanvullend bodemonderzoek niet noodzakelijk. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning mag het onderzoek niet ouder zijn dan 5 jaar. Indien de termijn is verstreken, moet een nieuw bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Vierzicht (kavel I)

Ter plaatse van kavel I is in april 2005 door Grontmij een verkennend bodemonderzoek (kenmerk 99058032-LP) uitgevoerd. Uit de gegevens blijkt dat de bodem niet noemenswaardig is verontreinigd. Voor de planvorming is een nieuw bodemonderzoek niet noodzakelijk. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning dient een nieuw bodemonderzoek te worden aangeleverd aangezien een bodemonderzoek maar 5 jaar geldig is.

Vierzicht (kavel V)

Ter plaatse van kavel V is door Grontmij in 2005 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk 99058032). Uit de gegevens blijkt dat de locatie niet noemenswaardig is verontreinigd. De aangetoonde gehaltes geven geen aanleiding tot het verrichten van vervolgstappen. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning mag een bodemonderzoek niet ouder zijn dan 5 jaar.

Boomgaardlaan (kavel M)

De chemische kwaliteit van de bodem ter plaatse van deze locatie is door Grontmij in januari 2005 en juni 2005 vastgesteld (kenmerk: 99058434-DH en 99061994-DH rev. D1). Uit de resultaten van deze onderzoeken blijkt dat de bodem niet noemenswaardig is verontreinigd. Bij de verkoop van het perceel dan wel bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van een pand moet een nieuw bodemonderzoek worden aangeleverd, omdat een bodemonderzoek maar 5 jaar geldig is.

Onderzoeken

De in het kader van dit bestemmingsplan van belang zijnde bodemonderzoeken betreffen achtereenvolgens:

  • Plantage verkennend bodemonderzoek (Geoford-Lexmond, 10 juli 2008, kenmerk 20081059JABO), opgenomen in bijlage 9 van deze toelichting;
  • Vierzicht verkennend bodemonderzoek (Grontmij, 11 april 2005, kenmerk 99058032), opgenomen in bijlage 10 van deze toelichting;
  • Kavel M verkennend bodemonderzoek (Grontmij, 12 januari 2005, kenmerk 99058434-DH), opgenomen in bijlage 11 van deze toelichting;
  • Kavel M verkennend bodemonderzoek (Grontmij, 3 juni 2005, kenmerk 99061994-DH), opgenomen in bijlage 12 van deze toelichting.
4.2.3 Conclusie

Vanuit het aspect bodem zijn er geen knelpunten voor dit bestemmingsplan, mits aan boevengenoemde aanbevelingen wordt voldaan.