direct naar inhoud van Artikel 9 Horeca
Plan: Oude Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPoudedorp-ON01

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca tot en met maximaal de categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. horeca tot en met maximaal de categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten ter plaatse van de aanduiding horeca tot en met categorie 2;
  • c. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. straatmeubilair;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. maximaal één bedrijfswoning per bestemmingsvlak;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. bebouwingspercentage van het bouwvlak maximaal het ter plaatse van de aanduiding maximum bebouwingspercentage aangegeven bebouwingspercentage.
9.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. meer dan 50% van de in lid 9.1 bedoelde gronden voor zover gelegen buiten het bouwvlak blijft onbebouwd;
  • c. de hoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning + 0,3m;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 3 m.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat de hoogte van niet meer mag bedragen dan:

  • a. erf- en terreinafscheidingen op de gronden die grenzen aan het openbaar gebied: 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen op overige gronden: 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m.
9.2.4 Afwijking van de bouwregels
9.2.5 Uitbreiding hoofdgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 voor een uitbreiding bij of aan een hoofdgebouw voor zover:

  • a. de uitbreiding niet meer dan 10% bedraagt van het bestaande brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw;
  • b. de voorgevelrooilijn of andere aan het openbaar gebied gelegen rooilijn niet wordt overschreden;
  • c. de op de verbeelding opgenomen goot- en bouwhoogtes voor het aangrenzende of bijbehorende hoofdgebouw in acht worden genomen.
9.2.6 Kap op bijgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 voor het bouwen van een kap op een bijgebouw waarbij de de hoogte van het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 6 m en de bouwmogelijkheid niet leidt tot een onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy).

9.2.7 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3 voor het realiseren van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. het bouwwerk noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik van de gronden.
9.3 Afwijking van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 voor het toestaan van een andere vorm van horeca dan ter plaatse is toegestaan, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de bestemming 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' indien de horecafunctie ter plaatse is beëindigd, mits:

  • a. de aanwezige cultuurhistorische karakteristiek niet wordt aangetast;
  • b. de omliggende bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • c. de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde bestemming(en);
  • d. de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, danwel een vóór vaststelling van het wijzigingsplan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • e. het wijzigingsplan niet in betekenende mate leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • f. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
  • g. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
  • h. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is;
  • i. het nieuwe groepsrisico verantwoord is en ten behoeve van de verantwoording vooraf advies is ingewonnen van de Brandweer.