direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Oude Dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0547.BPoudedorp-ON01

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Algemeen

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal het bestaande aantal woningen;
  • b. in afwijking van a bedraagt het maximum aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aangegeven aantal;
  • c. aan huis verbonden beroep of bedrijf, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50% van het vloeroppervlakte van de gebouwen tot een maximum van 50m2 waarbij geldt dat:
    • 1. bedrijven maximaal in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan of bedrijven die voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    • 2. de activiteit alleen in de woning of aan- en uitbouw mag worden uitgeoefend;
    • 3. buitenopslag niet is toegestaan;
  • d. geen detailhandel of horeca is toegestaan met uitzondering van een Bed & Breakfast van maximaal 10 bedden;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • g. groenvoorzieningen;

alsmede voor:

met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend een gebouwde parkeervoorziening en bergingen zijn toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, (voor-)tuinen, erven, bergruimte en parkeervoorzieningen.

16.1.2 Aanvullende doeleinden

De voor Wonen aangewezen gronden zijn voorts bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor een detailhandelsfunctie op de begane grondlaag;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening op de begane grondlaag;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' tevens voor de categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten op de begane grondlaag;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' tevens voor de categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten op de begane grondlaag;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' voor een opslagfunctie op de begane grondlaag;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel – galerie' tevens voor een galerie;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens een kantoor.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;
16.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de hoogte van aan- en uitbouwen of aangebouwde overkapping bedraagt niet meer dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,3 m;
  • b. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer niet meer dan 3 m;
  • c. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • d. meer dan 30% van de in lid 1 bedoelde gronden voor zover gelegen buiten het bouwvlak blijft onbebouwd;
  • e. de diepte van aan- en uitbouwen of aangebouwde overkapping bedraagt niet meer dan 3,5 m;
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van)
    voorgevel van het hoofdgebouw 2 m.
16.3 Afwijking van de bouwregels
16.3.1 Dakterrassen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 voor het realiseren van een dakterras, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het dakterras mag uitsluitend worden gerealiseerd op een aan- of uitbouw aan de achterzijde en zijkant van het hoofdgebouw;
  • b. het dakterras wordt omsloten door een hekwerk waarvan de maximale bouwhoogte de oorspronkelijke bouwhoogte van het platte dak van het gebouw + 1,5 m bedraagt;
  • c. het dakterras is bereikbaar via een deur vanuit een ruimte op de 1e of 2e verdieping van een woning
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de privacy en bezonning van belendende percelen;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het straat- en bebouwingsbeeld.
16.3.2 Dakopbouwen

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 voor het realiseren van een dakopbouw met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de dakopbouw mag uitsluitend op de hoofdwoning worden gerealiseerd;
  • b. de bestaande goot- of boeiboordhoogte blijft gehandhaafd;
  • c. de dakopbouw wordt in de vorm van een kap gerealiseerd;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld wordt niet onevenredig aangetast;
  • e. de bouwmogelijkehid leidt niet onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy).
16.3.3 Kap op vrijstaand bijgebouw of aan- en uitbouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 voor het bouwen van een kap op een vrijstaand bijgebouw of aan- en uitbouw met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de hoogte van het vrijstaande bijgebouw of aan- en uitbouw niet meer mag bedragen dan 6 m;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de privacy en bezonning van belendende percelen;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het straat- en bebouwingsbeeld.
16.3.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.3 voor het realiseren van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. het bouwwerk noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik van de gronden.
16.4 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1.1 voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep of bedrijf in een vrijstaand bijgebouw met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het gebruik heeft slechts een beperkte ruimtelijke uitstraling;
  • b. de voorwaarden genoemd onder 16.1.1 van overeenkomstige toepassing zijn.
16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd binnen de bestemming aanduidingen toe te voegen of te schrappen waarbij:

  • a. geen onevenredige hinder voor de woonomgeving mag ontstaan;
  • b. functiewisselingen naar detailhandel, horeca of bedrijf alleen zijn toegestaan als binnen het plangebied geen toename plaatsvindt van het aantal bestaande vestigingen aan detailhandel, horeca of bedrijven zoals moet blijken uit een gewijzigde bestemming ex artikel 3.6 Wro;
  • c. een functiewisseling alleen is toegestaan indien op het betreffende perceel van oudsher een dergelijke functie aanwezig was dan wel dat de functiewisseling wenselijk wordt geacht in verband met het instandhouden van het voorzieningenaanbod in de wijk;
  • d. voorzien wordt in de parkeerbehoefte op eigen terrein.