Plan: | Bloemerd |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0547.BPbloemerd-VG01 |
Bij ruimtelijke plannen is sinds november 2003 de watertoets verplicht. De watertoets omvat het integrale proces van informeren, adviseren, afwegen en het uiteindelijk beoordelen van de waterhuishoudkundige aspecten in deze plannen. In deze paragraaf zijn de resultaten van de watertoets voor het voorliggende bestemmingsplan “Bloemerd” opgenomen. Het betreft achtereenvolgens:
Beleidskader
A. Rijksbeleid
Een aantal recente beleidsontwikkelingen is sturend bij het opstellen van waterplannen en hun doorwerking in bestemmingsplannen. De belangrijkste daarvan zijn de Europese Kader Richtlijn Water (KRW), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), de Waterwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Voor gemeenten en waterschappen staan twee belangrijke mijlpalen in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) te weten:
Op 1 januari 2008 is de Wet Gemeentelijke watertaken in werking getreden, waarmee de verantwoordelijkheden voor water in de stad zijn veranderd. Particulieren hebben nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid gekregen voor het overtollige regenwater en grondwater op hun perceel.
De gemeente blijft verantwoordelijk voor doelmatige inzameling en afvoer van afvalwater, en heeft daarnaast expliciet een zorgplicht gekregen voor overtollig regen- en grondwater.
Op 22 december 2009 is de nieuwe Waterwet van kracht geworden. Deze wet integreert acht wetten, waaronder de Wet Gemeentelijke watertaken, met betrekking op het waterbeheer in een nieuwe wet. Ook worden de huidige zes vergunningstelsels vervangen door een watervergunning.
In de per 1 oktober 2010 in werking gereden Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO)zijn diverse vergunningen voor onder meer bouwen, milieu, monumenten en natuurbescherming samengevoegd tot één omgevingsvergunning. Deze wet zorgt voor een vermindering van administratieve lasten en een verbetering van de dienstverlening. Zo gelden er uniforme regels en kunnen nieuwe vergunningen digitaal worden ingediend en afgehandeld.
B. Provinciaal beleid
De provincie Zuid-Holland heeft het rijksbeleid overgenomen in de herziening van de Nota Planbeoordeling. Een bestemmingsplan zal inzicht moeten geven in aspecten als veiligheid en waterbeheer, de huidige situatie, de volgens het waterbeleid gewenste ontwikkelingen, de wijze waarop in het ruimtelijk beleid hiermee rekening wordt gehouden, de wijze waarop dit is vertaald naar verbeelding (plankaart) en planregels en het overleg met de waterbeheerders.
Een ander belangrijk beleidsdocument van de provincie Zuid-Holland is het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland. Dit plan bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor de periode 2010-2015. De provincie benoemt de volgende vier kernopgaven:
C. Beleid Hoogheemraadschap van Rijnland
Voor de planperiode 2010-2015 is het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor deze planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn:
Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het Waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.
Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels die per 27 mei 2011 geactualiseerd zijn. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De Keur en Beleidsregels maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor:
De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt.
In het beleid van Rijnland is vastgelegd dat watercompensatie dient plaats te vinden in geval van demping van watergangen (100%) en in geval sprake is van toename van het verharde oppervlak (15%). Aangezien het voorliggende bestemmingsplan conserverend is (er worden geen ruimtelijke ingrepen voorzien), is watercompensatie niet aan de orde.
D. Gemeentelijk beleid
In het Waterplan van de gemeente Leiderdorp 2011-2015 is de algemene visie van Leiderdorp “Leiderdorp, kloppend hart tussen stad en land” doorvertaald naar water. Dit heeft geleid tot de volgende doelstellingen:
In de Bloemerd ligt de aandacht vooral op het aanleggen van natuurvriendelijke oevers.
Huidig watersysteem
In het plangebied De Bloemerd bevindt zich relatief veel water. Het plangebied wordt langs de zuidwestzijde begrensd door de Dwarswatering, die onderdeel uitmaakt van het boezemstelsel van Rijnland (boezempeil NAP -0,62 m). Dit geldt ook voor de Leysloot.
In het plangebied bevinden zich twee peilgebieden van de Bospolder. De watergang in de smalle strook langs de provinciale weg behoort tot het peilgebied OR-3.14.1.1, waarin een zomerpeil van NAP -2,25 m en een winterpeil van NAP -2,35 m worden gehandhaafd. Via een duiker onder de provinciale weg, ter hoogte van Hofdijklaan 69, staat dit peilgebied in verbinding met de rest van het peilgebied aan de andere zijde van de weg. Ook de plas bij het woonwagenpark in de zuidoosthoek van het plangebied behoort tot dit peilgebied.
Het grootste deel van het plangebied De Bloemerd behoort tot het peilgebied OR-3.14.2.1 waarin het waterpeil 0,20 m lager ligt: zomerpeil NAP -2,45 m, winterpeil NAP -2,55 m. Een drijverstuw vormt de scheiding tussen beide peilgebieden.
De waterafvoer vindt plaats in noordelijke richting naar het gemaal De Bloemerd, alwaar het overtollige water wordt geloosd op de Leysloot, een zijtak van de Dwarswatering. De boezemkade langs de Leysloot en de Dwarswatering behoedt de Bospolder voor overstroming vanuit het boezemgebied. Deze boezemkade heeft de dubbelbestemming Waterstaat – Waterkering gekregen ter bescherming van de waterkerende functie.
Toekomstig watersysteem
Er zijn geen ingrepen gepland in het watersysteem, zodat het toekomstige watersysteem gelijk blijft aan die van het huidige systeem.
Beheer
De bestaande watergangen hebben in dit bestemmingsplan de bestemming Water gekregen. Dit betekent dat bebouwing hier niet is toegestaan. De hoeveelheid oppervlaktewater neemt dan ook niet af. Het plangebied bestaat overigens in de huidige situatie grotendeels uit onverhard oppervlak (park, sportvelden). Hierdoor infiltreert veel neerslag in de bodem en komt niet tot afstroming.
Het bestemmingsplan staat het uitvoeren van het beleid van het hoogheemraadschap derhalve niet in de weg.
Conclusie waterparagraaf
Het concept ontwerp van het voorliggende bestemmingsplan “Bloemerd” is ter beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie voorgelegd aan het Hoogheemraadschap Rijnland. Het hoogheemraadschap heeft op 15 november 2011 ingestemd met dit plan.